Mevrouw heeft de ziekte van Alzheimer en heeft voornamelijk begeleiding nodig. Veel doet mevrouw zelfstandig. Mevrouw gaat met plezier 4 dagen naar dagopvang. Op dinsdag is mevrouw thuis en vindt ze het leuk om gezellige dingen te doen of een spelletje te spelen. Mevrouw en haar echtgenoot gaan positief met de situatie om. Hoewel mevrouw het liefst met haar echtgenoot mee zou willen realiseert ze zich dat dit niet meer kan.